Lex Immers zit dit seizoen vaker op de tribune dan bij de wedstrijdselectie van Feyenoord. Donderdag speelde hij wel, als invaller, tegen Willem II en kreeg hij een staande ovatie van het publiek. “Ik zie mijzelf als onkruid, dat vergaat niet en komt altijd terug”, zegt Immers.
Voor de middenvelder is het een lastige periode in zijn loopbaan. De invalbeurt tegen de club uit Tilburg voelt als een soort beloning voor Immers, die na afloop de complimenten van zijn trainer kreeg. “Het is lastig dat ik tien wedstrijden op de tribune heb gezeten en nu door een schorsing van Gustafson weer bij de selectie mag zitten. Als beloning voor hoe ik mijzelf gedraag mag ik dan invallen, dat geeft een bepaalde voldoening en vertrouwen van de spelersgroep. Het vertrouwen in mijzelf heb ik in ieder geval nooit verloren.”
Lex Immers verlengde vorig jaar nog zijn contract in De Kuip, terwijl er ook buitenlandse interesse was. In het begin van het seizoen kwam hij nog twee keer als basisspeler in actie, tegen Vitesse en PSV, maar daarna was het klaar. “In het begin was dat erg lastig en dacht ik bij mijzelf: waarom? Maar nu een tijd krijg je er vrede mee. Ik kan wel gekke dingen gaan doen, dat zouden mensen misschien van mij verwachten, maar ik heb maling aan wat iedereen vindt en denkt.”
Tegen Willem II kreeg Immers een warm onthaal van de supporters en ook na afloop was er veel lof voor de arbeid en inzet van de middenvelder. “Ik loop mij warm, supporters zingen mij toe. Het hele stadion schreeuwt als ik inval. Dat geeft voldoening. Een stukje respect van de aanhang naar mij toe. Ik heb in de drie jaar tijd dat ik hier speel toch wel iets laten zien, ondanks alle kritiek die er op mij is.”