Hij was te lief, niet meedogenloos genoeg. Stefan de Vrij kreeg veel kritiek te verduren, in de eerste weken van het afgelopen seizoen.
Maar hij ging ermee aan de slag, speelde een uitstekende tweede seizoenshelft bij Feyenoord en is vrijdag, als Oranje het in zijn eerste WK-wedstrijd opneemt tegen Spanje, als centrale man het slot op de deur van de Nederlandse defensie. Lief is hij niet meer in het veld, mede dankzij de tips van Robin van Persie. “Hij zei tegen me: Stefan, met jou in mijn rug krijg ik nooit een duw of een trap.” Een interview.
De man die maandagmiddag rond 14.30 uur lokale tijd het Everest Rio Hotel in Ipanema binnenliep voor een interview, leek amper meer op de knul van een aantal jaar geleden. Toen Stefan de Vrij in januari 2010 in de klassieker tegen Ajax debuteerde in de basis bij Feyenoord, was het nog een iele jongen met pukkels op zijn gezicht. Inmiddels, ruim vier jaar later, is de verdediger een echte kerel. Een goedaardige kerel, dat wel. “Gemeen zijn zit niet in mijn karakter”, zei hij halverwege het interview met FCUpdate.nl.
Met Ron Vlaar en Bruno Martins Indi naast zich, moet De Vrij ervoor zorgen dat Oranje de komende wedstrijden het doel schoon houdt. Die taak in de nationale ploeg was de afgelopen toernooien vaak voorbehouden aan Joris Mathijsen, een teamgenoot van De Vrij bij Feyenoord. “Hij is een heel ander type dan ik”, zegt de 22-jarige rechtspoot. “Maar ik heb bij Feyenoord veel van hem geleerd. Ik vind het mooi om te zien hoe gemeen hij kan zijn in de duels.”
Gemeen zijn, dat is precies de eigenschap die De Vrij nog niet in voldoende mate heeft. “Agressief verdedigen, dat moet bij mij nog beter”, geeft hij toe. “Maar ik vind het mooi om te merken welke stappen ik daarin gezet heb, vooral de laatste weken. De bondscoach probeert me daarmee te helpen en andere jongens bij het Nederlands elftal ook. Ik begin het echt lekker te vinden om agressiever te spelen. Het is toch ook vooral een mentaal spelletje hè, tussen een verdediger en een spits.”
Met dank aan van Van Persie
Eén van de beste spitsen ter wereld, Robin van Persie, is één van zijn leermeesters. De aanvoerder is veel met De Vrij bezig. “Hard de duels aangaan en gemeen zijn zit niet in mijn karakter, maar het gaat steeds beter. Robin zei laatst tegen me: “Stefan, als ik een bal aangespeeld krijg met jou in mijn rug, weet ik dat ik geen trap of duw krijg.” Dat klinkt misschien simpel en het is de eerste keer niet leuk om te horen, maar ik ben er echt mee aan de slag gegaan. Als Robin nu tijdens een training de bal krijgt, zet ik even dat blok. “Hé shit”, roept hij dan.”
“Dat is toch leuk?”, zegt De Vrij glunderend. Ook buiten het trainingsveld om praat hij regelmatig met Van Persie over voetbal. “Fantastisch dat zo’n speler je zo probeert te helpen. Je weet misschien in je achterhoofd wel dat het allemaal zo was, dat je inderdaad te voorzichtig bent in de duels, maar je leert er ontzettend veel van als iemand als Robin het zegt. Ik wil nu dat een spits, of in dit geval Robin, die de bal aangespeeld krijgt met mij in zijn rug denkt: shit, daar komt die De Vrij weer.”