John de Wolf begreep het volledig dat trainer Giovanni van Bronckhorst van Feyenoord de laatste weken van het kalenderjaar de voorkeur gaf aan Jan-Arie van der Heijden centraal achterin. “De ploeg heeft behoefte aan sterke verdedigers met duel- en kopkracht.”
“Van der Heijden beschikt op dat vlak niet over uitgesproken kwaliteiten. Dat hij de afgelopen seizoenen bij Vitesse toch overeind bleef, lag aan de speelwijze daar. Guram Kashia pakte de spits van de tegenstander. Hij was meer de vrije man”, vertelt De Wolf in de nieuwe editie van ELF Voetbal, die vorige week is verschenen.
“In De Kuip spelen de centrale verdedigers in de zone. Dan worden ook de kwaliteiten die hij minder beheerst aangesproken. Zo werkt het nou eenmaal in het hedendaagse voetbal. In de top moet een speler alle facetten beheersen. Wat hij voor heeft op Botteghin is zijn voetballende vermogen. Maar als centrale verdediger is dat niet de voornaamste taak.”
Explosiviteit
“Ik zie in Van der Heijden meer een verdedigende middenvelder. Zo is hij bij Ajax ook opgeleid en daar is hij ook veel meer het type voor. Ook, omdat hij niet de snelste is. Als verdediger in dit Feyenoord heb je veel ruimte in de rug. Dan is wat explosiviteit niet onbelangrijk. Wat Van der Heijden wel voor heeft op Botteghin is zijn coachende vermogen.”
“Ik kan voorstellen dat die jonge gasten daar achterin van begin twintig dat wel missen. Bottegehin kan dat nog ontwikkelen. Voor Van der Heijden is het veel moeilijker om op zijn leeftijd nog een pure killer als verdediger te worden.” De Wolf geeft in ELF Voetbal tegenover journalist Martijn Mooiweer ook zijn mening over Eric Botteghin.