Elvis Manu, Joey Sleegers en Jordy van Deelen streken tijdens de Open Dag van 2013 per helikopter neer in een volle Kuip.
Een kleine 150 dagen na het warme ontvangst vertellen ze over hun ervaringen tot dusver.
DE START
Manu: ‘Veel jongens uit de huidige selectie ken ik al van jongs af aan. Daarom was het voor mij niet moeilijk om na een seizoen bij Excelsior mijn plek in de groep te heroveren. Ella, zet eens wat muziek op, klonk het al in de eerste week van de voorbereiding. De jongens weten hoe ik ben.’
Van Deelen: ‘Tijdens de eerste weken heb ik de tijd genomen om mijn plek te vinden. Ik ben een rustige jongen, die niet snel op de voorgrond treed. Dat wil niet zeggen dat ik over me heen laat lopen. Ik trek mijn been niet terug, ook niet in een duel met iemand die vijftig interlands achter zijn naam heeft staan.’
Sleegers: ‘Al snel leer je wat wel en niet kan, zowel op als buiten het veld. Na een tijdje gaat alles vanzelf.’
Van Deelen: ‘Tijdens het trainingskamp in Italië lag ik op de kamer met Ruud Vormer. Omdat hij vorig jaar al bij Feyenoord speelde, heb ik hem gevraagd wat ik in bepaalde situaties kan verwachten, zowel op als buiten het veld. Hij gaf me mee vooral te genieten en plezier te maken.’
Manu: ‘Plezier is voor mij heel belangrijk. Ik ben een gangmaker en hou van een dolletje op het moment dat het kan. Natuurlijk ben ik zelf ook wel eens aan de beurt. Laatst hadden ze mijn autosleutels verstopt, waardoor ik niet bij De Kuip weg kon. Ik heb me rot gezocht, maar ze waren onvindbaar. Het klinkt misschien gek, maar dan weet je dat je weer deel uitmaakt van de groep.’
TRIBUNE
Sleegers: ‘Sinds de overstap van A1 naar het eerste elftal heb ik het meest moeten wennen aan het feit dat ik in het weekend niet bij de eerste elf of achttien zit. In de jeugd speelde ik alles.’
Manu: ‘Ik draaide een goede voorbereiding en de trainer was positief, maar door die schorsing van vier wedstrijden mocht ik niet spelen. Het voelde als slaan op een dichte deur. Verschrikkelijk.’
Sleegers: ‘Ik ben jong en kom pas net kijken, maar soms zie ik vanaf de tribune dingen op het veld waarvan ik denk: dat kan ik óók. Dat maakt het wachten op een kans extra moeilijk.’
Manu: ‘Op de tribune naar ploeggenoten kijken is voor mij het moeilijkste dat er is. Je bent letterlijk toeschouwer en hebt geen inbreng. Toen ik weer inzetbaar was, moest ik door de komst van Samuel Armenteros en de terugkeer van Jean-Paul Boëtius achteraan de rij aansluiten. Vervolgens zat ik een hele reeks wedstrijden niet bij de selectie. Dat ging toch knagen.’
Sleegers: ‘Het enige dat je kunt doen is tijdens de trainingen alles geven. Dat doe ik elke dag, ook al weet ik dat de kans klein is dat ik ga spelen. Zeker in de eerste weken lette ik erop of de trainer toekeek bij een oefening. Daar haalde ik motivatie uit. Als juist op dat moment een aanname mislukte, gaf dat een rotgevoel.’
Van Deelen: ‘Onze trainer is iemand die afstand bewaart tot de spelers. De ene speler heeft meer behoefte aan veel contact met de trainer dan de ander. Ik vind het prima op deze manier.’
ITALIË
Van Deelen: ‘Met Excelsior gingen we nooit naar het buitenland, wat voor mij een extra reden was om uit de kijken naar het trainingskamp in Italië tijdens de voorbereiding. De reis, de accommodatie, het eten, alles was zó professioneel geregeld.’
Sleegers: ‘Het is weinig jongens van mijn leeftijd gegeven om met het eerste elftal op trainingskamp naar het buitenland te gaan. Toch had ik geen last gehad van zenuwen. Ik vond het juist mooi en liet alles gewoon op me af komen.’
Sleegers: ‘Op de laatste avond kregen we toestemming om met de groep het dorp in te gaan. Als jonge speler heb ik me toen afgevraagd of het verstandig was om mee te gaan. Volgens de oudere jongens kon ik gewoon mee, als ik maar rustig aan zou doen en op tijd terug zou zijn.’
Manu: ‘Het is een cliché, maar als groep groei je in zo’n week dichter naar elkaar toe. Je leert meer van elkaar te accepteren. Ik weet nog dat we in het hotel alleen in de lobby over wifi konden beschikken. Gevolg was dat iedereen vocht voor een zitplaats in die ruimte. Sommige jongens duwden elkaar weg, terwijl de ouderen de jonkies zo ver probeerden te krijgen om op te staan. Op die manier werden letterlijk plekken veroverd.’
Van Deelen: ‘Tijdens een vrije middag ben ik met Ruud Vormer en de medische staf gaan mountainbiken in de bergen. Klimmen, dalen, prachtig vond ik het. Op dat moment ben je niet bezig om jezelf te bewijzen zoals op de trainingen, al voelde het stiekem wél heel lekker om als eerste die berg op te komen. Dat zijn dingen die ik thuis vertel.’
Manu: ‘Ik trek veel op met Terence Kongolo, Tonny Vilhena en Jean-Paul Boëtius. Zij zijn echt mijn maatjes, we kennen elkaar door en door. In Italië viel dat ook de trainer op. Jullie zoeken elkaar wel op, hè?, lachte hij. Het voelt goed om met een aantal jongens zo’n hechte band te hebben.’
AANDACHT
Van Deelen: ‘Na mijn debuut zag ik ’s avonds op televisie het moment van de rode kaart vaak voorbij komen, terwijl de volgende dag ineens mijn naam in alle kranten stond. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt. Toch ben ik daar goed mee om gegaan, met dank aan de steun die ik na de wedstrijd van veel mensen heb gekregen. Jordy Clasie en Ruben Schaken zeiden dat ik goed had gespeeld. Of ik dat nodig had? Misschien wel. Zij hebben al het nodige meegemaakt en zeggen zoiets niet voor niets.’
Sleegers: ‘Als eerste elftal speler is de aandacht vele malen groter dan in de jeugd. Als ik in normale kleding vertel dat ik bij Feyenoord speel, word ik misschien uitgelachen. In een clubkostuum gaan alle deuren voor me open, terwijl ik voor mijn overstap naar de A-selectie nog nooit een kostuum had gedragen.’
Manu: ‘Het dragen van een Feyenoord-kostuum is het mooiste dat er is, maar je valt overal meteen op. Vanaf het moment dat ik bij De Kuip mijn auto uitstap totdat ik op de tribune plaatsneem word ik regelmatig aangeklampt door supporters.’
Sleegers: ‘Dat heb ik ook. Zo’n kleine maat hebben ze vast nog nooit hoeven maken, is een van de opmerkingen die ik over mijn clubkostuum te horen heb gekregen.’
MOOISTE MOMENT
Manu: ‘De trip naar Rusland voor het Europa League duel met Kuban Krasnodar was tot dusver misschien wel mijn grootste beleving als voetballer. Van het vertrek vanaf Rotterdam Airport tot aan de wedstrijd merkte ik dat er iets speciaals op het spel stond. De sfeer, de tegenstander, de media-aandacht, alles ademde Europa Cup voetbal. Daar heb ik echt van genoten.’
Sleegers: ‘Een duel met Ruben Schaken op het trainingskamp in Italië is me goed bijgebleven. Tijdens een partijspel ging iedereen tot het uiterste om niet te verliezen. Ik zat pas een paar weken bij de groep, maar kon niet anders dan daarin meegaan. Ruben kon het niet hebben dat hij een duel van mij verloor. Hij vond dat ik teveel aan zijn shirt trok. Stel je niet zo aan, zei ik toen. Het ging even hard tegen hard, maar na afloop hebben we het uitgepraat en was het klaar. Het is een van de grote verschillen tussen de jeugd en het eerste elftal, waar alles nog meer draait om winnen.’
Van Deelen: ‘Het besef dat ik mijn debuut zou gaan maken in Feyenoord 1 was voor mij heel bijzonder. Een dag voor het duel FC Twente hoorde ik dat ik in de basis zou beginnen, maar pas toen de trainer een uur voor de aftrap tijdens de wedstrijdbespreking mijn naam noemde, drong het volledig tot me door. De sfeer in de kleedkamer is op dat moment ontspannen. Iedereen focust zich op zijn eigen manier op de wedstrijd. De één luistert muziek, een ander laat zich behandelen door de medische staf. Zelf probeerde ik me in stilte zo goed mogelijk te concentreren. De wedstrijd liep uiteindelijk niet zoals gehoopt. We verloren met 1-4, terwijl ik óók nog eens rood kreeg. Toch waren mijn ouders, die op de tribune zaten, heel trots. Ik heb jaren toegeleefd naar mijn debuut in het eerste, dat pakt niemand me nog af.’
KADER
Steenvoorden: ‘Boek Feyenoord nog niet gesloten’
Terwijl Manu, Sleegers en Van Deelen strijden voor een kans in De Kuip, speelt Matthew Steenvoorden dit seizoen op huurbasis voor FC Dordrecht. De verdedigende middenvelder, die evenals het drietal deze zomer per helikopter zijn entree maakte in De Kuip, blijft hopen op een toekomst bij Feyenoord. ‘Dat boek is voor mij nog niet gesloten’, vertelt hij. ‘Op dit moment is de concurrentie echter dusdanig groot dat het voor mij beter was om verhuurd te worden. In Dordrecht heb ik het goed naar mijn zin. Ik hoop hier een goed seizoen te draaien, om daarna bij Feyenoord weer voor mijn kans te gaan.’
Bron: Feyenoord Magazine
eacties
Angela van Langen op Facebook
en nu mogen ze al weer weg